Post Description
Efteling Sprookje DVD 2 NL Gesproken.
Doornroosje
Er waren eens een koning en een koningin. Zij waren erg gelukkig met elkaar. Ze woonden in een prachtig kasteel en hadden alles wat hun hartje begeerde. Op één ding na. Ze wilden dolgraag een kindje. Op een ochtend nam de koningin een bad in de paleisvijver toen ze opeens een stemmetje hoorde. 'Dag, majesteit. Kwak een heerlijk dagje om te zwemmen, niet?' De koningin keek om zich heen en zag een kleine kikker op een groot, groen lelieblad. 'Dag, kikker,' antwoordde ze verbaasd. 'Kun jij praten?' 'Alleen als ik iets héél belangrijks te zeggen heb.' 'O?' sprak de koningin vriendelijk. 'Wat mag dat dan wel zijn?' 'Nog voor er een jaar verstreken is, zult u een kindje krijgen.' En met een grote sprong plonsde de kikker terug in het water en verdween.
De Kikkerkoning
Er woonde eens, lang geleden, een prinsesje in een schitterend kasteel. Ze speelde vaak in de grote kasteeltuin. Dan had ze een prachtige gouden bal bij zich. Op een dag schoot de bal uit haar handen, zo de vijver in. Het prinsesje wist niet wat ze moest doen. De oever van de vijver was modderig en glad en ze wilde zich niet vuil maken. Ze kon toch moeilijk met haar nieuwe roze lakschoentjes door die vieze modder gaan? Hoe kreeg ze nu haar mooie bal terug? De gedachte dat ze de bal voor altijd kwijt zou zijn, maakte haar hard aan het huilen.
Tafeltje Dek je
Er was eens een kleermaker, die drie zoons had. Op een dag sprak de kleermaker: 'Jongens, het wordt tijd dat jullie een vak gaan leren. Ik verdien niet genoeg om ons allemaal te kunnen onderhouden.' 'U hebt gelijk, vader', zei de oudste zoon. 'Ik denk dat ik meubelmaker word.' 'En ik molenaar', zei de tweede zoon. De jongste wilde timmerman worden. De volgende dag gingen de drie jongens de wijde wereld in. De oudste kwam terecht bij de beste meubelmaker van het land en werkte drie jaar lang heel hard. Toen zei de meester tegen zijn leerling: 'Jongen, meer kan ik je niet leren. Je bent een goede leerling geweest. Daarom wil ik je iets geven.' En hij wees op een houten tafeltje, dat in een hoek van het atelier stond. 'Als je roept: Tafeltje-dek-je! dan verschijnt het heerlijkste eten en drinken. 'Dank u wel!', riep de jongen blij. Hij nam het tafeltje op zijn rug en na een hartelijk afscheid ging hij op weg naar huis.
De Tuinman en de Fakir
Er was eens een schatrijke sultan. Op een dag kwam er een emir op bezoek die de sultan een klein doosje gaf. De sultan opende het gretig. Hij hoopte op een gouden ring, een zilveren horloge of een duur bloedkoraal, maar er zat een soort ui in. Verwonderd keek de sultan naar de emir. 'Wat is dit?'
'Dit is een tulpenbol. Hij moet in de grond gestopt worden, dan groeit er een wonderschone bloem. Ik heb er een paar duizend meegebracht, zodat u de mooiste tuin ter wereld krijgt.'
'Roep de tuinman,' zei de sultan, 'en help hem met het versjouwen van al die eh. die eh.. tulpendingesen.' De tuinman van de sultan was een lieve oude man die hield van zijn vak. 'Ik ben benieuwd', zei hij en stopte een bolletje in de grond achter het huis. 'Als zo'n tulp echt zo mooi is als die emir beweert, kunnen we de rest altijd nog planten
THNX to Rieky.
Comments # 0