<< MP3 Emerson Lake & Palmer - The Best Of
Emerson Lake & Palmer - The Best Of
This spotter is already whitelisted
Category Sound
FormatMP3
SourceCD
Bitrate320kbit
TypeAlbum
Date 1 decade, 1 year
Size 187.86 MB
 
Website http://www.youtube.com/watch?v=2v8VvJjM65I
 
Sender KarelKeilBout (VWr9A)            
Tag KarelKeilBout        
 
Searchengine Search
NZB NZB
 
Number of spamreports

Post Description

Het begin van ELP, Emerson Lake and Palmer, lag nog in 1969. Keith Emerson en Greg Lake ontmoetten elkaar op een aantal evenementen, waar de beide bands waar ze nog in speelden op zouden treden. In Fillmore West deden ze toevallig samen een soundcheck en het 'klikte' muzikaal gezien. Hun wegen scheidden zich hierna, maar ze hadden het contact met elkaar gelegd.

The Nice viel al spoedig uit elkaar, King Crimson maakte nog één LP met Greg Lake, maar in april 1970 hield deze het voor gezien. Samen met Keith Emerson ging hij op zoek naar een drummer. Een aantal drummers passeerde de revue, onder meer Mitch Mitchell, de drummer van de Jimi Hendrix Experience. Hendrix zelf was ook wel geïnteresseerd in het project, maar de afspraak die gemaakt was om samen in het najaar van 1970 wat uit te proberen werd achterhaald door de voortijdige dood van Hendrix. Emerson en Lake hadden toen al een drummer gevonden, de 20-jarige Carl Palmer, die eerder al in Atomic Rooster en in The Crazy World of Arthur Brown speelde. De auditie van Palmer verliep goed, ook hier klikte het en ELP was geboren. De Britse poppers zat er bovenop, en er verschenen diverse speculaties over een groep "Hendrix, Emerson, Lake & Palmer".

Het drietal begon te repeteren in Londen. Het eerste eigen nummer dat ELP ontwikkelde was "Take a Pebble". In juli 1970 gingen ze naar de studio voor de eerste opnames, de muziek die gemaakt werd was een mix van de rock van die tijd met jazz en klassieke muziek. De eerste LP kreeg simpelweg de titel "Emerson Lake & Palmer". De productie was in handen van Greg Lake. Van deze LP werd het nummer "Lucky Man" als single uitgebracht.

Het eerste optreden van de band was in augustus 1970, in de Guildhall in Plymouth, maar het eerste grote optreden was meteen op een van de grootste festivals: het driedaagse Isle of Wight Pop Music Festival, samen met onder meer the Who, Jimi Hendrix en Sly & the Family Stone. Ondanks het feit dat hun LP nog niet uit was, en het publiek de muziek nog niet kende, hadden ze al succes. Hier is ook voor het eerst Pictures at an Exhibition gespeeld, een (klassieke) suite van Modest Moessorgski (zij het dat de ELP-versie was gebaseerd op de orkestrale versie van Maurice Ravel). Eind 1970 kwam de LP uit.

Op 9 december 1970 werd de uitvoering van "Pictures at an Exhibition" in het Londense Lyceum Theater opgenomen; de registratie zou echter pas enige tijd later uitgebracht worden. In het voorjaar van 1971 volgde een tournee in de Verenigde Staten, die een enorm succes werd, mede ook doordat het nummer "Lucky Man" massaal op de radio te horen was.

Nog vóór de tournee begon werd in 1971 gestart met een nieuw studio-album, Tarkus. In februari was het album al klaar. In Engeland werd het meteen een hit. Voordat het volgende project gestart werd wilde de band de live-opnames van Pictures at an Exhibition op LP uitbrengen. In Engeland gebeurde dat meteen, maar het Amerikaanse label waarmee ze een contract hadden, Atlantic, weigerde de LP uit te brengen omdat de kwaliteit onvoldoende zou zijn. Pas toen de import van de Britse plaat groot begon te worden, kwam Atlantic hierop terug. Toen was het de beurt aan ELP om dwars te liggen en uiteindelijk was de overkomst van de directeur van Atlantic naar Engeland nodig om één en ander glad te strijken en het toch voor elkaar te krijgen.

In juli 1972 kwam de LP Trilogy uit, waarvan Greg Lake achteraf verklaarde dat hij tot hun beste werk behoorde. Feit is dat voor de opname ruim de tijd was genomen in verband met de complexe en nauwluisterende composities. Het succes van de groep was op z’n hoogtepunt. Per jaar werd nu 180 keer opgetreden, met name veel in Noord-Amerika. In Melody Maker van 1972 werd ELP als beste groep gekozen in de categorie Britse / Internationale acts. In 1972 begon Peter Sinfield (eveneens een voormalig lid van King Crimson) Greg Lake te assisteren in het schrijven van songteksten. ELP richtte ook zijn eigen muzieklabel op, Manticore Records, om meer artistieke vrijheid te garanderen. Per april 1973 was Manticore een feit. Op dit label zou ook muziek worden uitgebracht van andere artiesten (onder meer Peter Sinfield en Stray Dog). Het eerste album dat op het eigen Manticore-label uitkwam was Brain Salad Surgery, in november 1973. Centraal op deze LP stond het lang uitgesponnen nummer "Karn Evil 9" in drie bewegingen, met onder meer de beklijvende tekst: "Welcome back, my friends, to the show that never ends..."
Een ander opvallend nummer op de LP was "Toccata", een bewerking van het vierde deel van het eerste pianoconcert van de Argentijnse componist Alberto Ginastera. Emerson was zelf naar Ginastera gegaan om zijn toestemming te vragen, en vol spanning had hij de ELP-versie laten horen, waarop de componist onverwacht positief reageerde: "zo moet mijn muziek gespeeld worden".

Op 6 april 1974 trad ELP op voor zijn grootste publiek (350.000 toeschouwers) op het festival California Jam, samen met andere grootheden uit die tijd zoals Deep Purple, Black Sabbath, Earth, Wind and Fire en The Eagles. In augustus 1974 verscheen de drievoudige LP "Welcome Back My Friends to the Show That Never Ends... Ladies and Gentlemen, Emerson, Lake & Palmer", gevuld met liveregistraties uit hun tournee "Get Me A Ladder".
Na 1974

Na deze tournee besloot de groep in 1974 om uit te gaan blazen. Er werd een vakantie ingelast en de afspraak werd gemaakt drie jaar niet samen op te treden en intussen elk een soloproject op te nemen. Keith Emerson startte met een ambitieus project: een klassiek pianoconcert op te nemen met het London Philharmonic. Greg Lake ging samen met Peter Sinfield aan de slag, ze schreven akoestische nummers uit te voeren met een symfonieorkest. Carl Palmer begon aan een slagwerkconcert en een aantal nummers met o.a. Joe Walsh van The Eagles.

Het zou tot eind 1976 duren eer de leden van de groep weer op zouden gaan nemen, individueel en gezamenlijk. De opnames zouden leiden tot het dubbelalbum Works Vol. I, met ieder een kant met solo-opnames plus één kant met ELP werk.
Deze release werd ondersteund met een ongekend ambitieuze tournee door de VS en Canada met een volledig symfonieorkest en een koor van 75 mensen. Dit bleek echter niet alleen hoge kosten met zich mee te brengen, maar ook allerlei andere problemen zoals de verplichting om overeenkomstig de lokale vakbondseisen, maximaal driemaal per week op te treden. Vooral de kosten deden het project de das om: hoewel ieder concert geheel was uitverkocht, schoot de band er miljoenen bij in. Na twee weken werd dan ook besloten koor en orkest naar huis te sturen en vervolgens de tournee nog een aantal weken als trio voort te zetten, waarmee het financiële verlies nog enigszins werd gecompenseerd.
In 1977 komt ook Works Vol. II uit, met daarop een aantal extra nummers uit de Works-sessies. Vervolgens wilden de bandleden ieder weer aan soloprojecten gaan werken, maar hun platenmaatschappij dwong ze nog een studio-album te maken, zoals in het contract stond. Love Beach, het resultaat, is een onsamenhangend en ongeïnspireerd stuk werk, waarvan elk van de bandleden zich achteraf heeft gedistantieerd. De chemie in de band was uitgewerkt, en men ging uit elkaar.

Keith Emerson ging filmmuziek schrijven. In de loop der jaren voor meerdere films beginnend met "Inferno", maar ook bijvoorbeeld voor Sylvester Stallones Nighthawks. Daarnaast maakte hij een paar soloalbums. Greg Lake schreef werk voor een tweetal soloalbums en speelde in een band met Gary Moore (ex-Thin Lizzy). Carl Palmer vormde een nieuwe, eigen band, PM en speelde later in Asia met Steve Howe (Yes, gitaar), John Wetton (King Crimson, bas en zang) en Geoff Downes (Buggles, keyboard). Greg Lake verving Wetton nog voor een korte tijd tijdens een tournee.

In de tijd dat Palmer nog bij Asia speelde kwam het tussen Emerson en Lake opnieuw tot een samenwerking. Met een andere drummer, Cozy Powell (ex-Jeff Beck Group, Rainbow, Whitesnake) werd in 1986 een LP opgenomen. De aansluitende tournee flopt echter en al in oktober van hetzelfde jaar valt de band uiteen.
In 1987 verlaat Palmer Asia en vormt hij samen met Emerson en zanger Robert Berry de band Three, waarvan in 1988 het album To The Power Of 3 verschijnt. De LP werd gevolgd door een tournee, dit keer een succes, maar nu waren tegenvallende verkoopcijfers de reden dat ieder weer zijn eigen weg ging.
De jaren negentig en later

Pas in 1991 kwamen Emerson, Lake en Palmer weer bij elkaar onder impuls van Phil Carson van Victory Records, dat het album Black Moon uitbracht. In 1992 ging het drietal weer samen op tournee. Een vervolg-LP werd gepland, maar de vele uren muziek maken eisten hun tol. Emerson kreeg problemen met zijn gezondheid (RSI, een operatie aan zenuwen in zijn arm was noodzakelijk) net als overigens Carl Palmer (carpaletunnelsyndroom). In 1994 kwam In The Hot Seat uit, een album dat door deze problemen met veel moeite in elkaar was gezet en waarop onder meer met de eerste

Comments # 0