Post Description
The Kinks Kollekted 1964 - 1983
The Kinks was een Engelse rockgroep ontstaan in 1963 met singer-songwriter Ray Davies, zijn broer leadgitarist en zanger Dave Davies en bassist Pete Quaife. De nummers uit hun beginperiode waren toonaangevend voor de rock-'n-roll in het midden van de jaren 60 en albums zoals Face to Face, Something Else, Village Green, Arthur en Muswell Hillbillies staan dan ook hoog aangeschreven bij fans en muziekcritici.
Begin jaren zestig besloten twee broers uit Muswell Hill (Noord-Londen), Ray en Dave Davies, een professionele band te beginnen. Eind jaren vijftig hadden de broers in de pub The Clissold Arms hun debuut gemaakt als duo. Terwijl oudere broer Ray vervolgens de kunstacademie bezocht, probeerde Dave met buurtgenoot en vriend Pete Quaife een band op te richten. De naam van de groep wisselde voortdurend en was vaak afhankelijk van diegene die een optreden wist te regelen. Af en toe werden ze door Ray bijgestaan op de piano. Nadat in de zomer van 1963 Ray definitief toetrad tot de band en drummer Mick Avory werd aangenomen noemde de band zich The Ravens, wat men in het voorjaar van 1964 op advies van manager Larry Page veranderde in The Kinks. Volgens Ray was de naam afgeleid van een uitspraak van Page nadat hij Ray op een dag in een eigenaardige kledingcombinatie de studio zag binnenlopen: 'You look like a Kink!'
Al gauw boekten ze succes met nummers zoals You Really Got Me en All Day And All Of The Night. The Kinks scoorden veel hits in Nederland en België, waaronder Tired Of Waiting, Set Me Free, Till The End Of The Day, Dedicated Follower Of Fashion, Dandy, Dead End Street, Waterloo Sunset, Autumn Almanac, Wonder Boy en Days. Hun grootste succes hadden zij in de zomer van 1966 met Sunny Afternoon.
Na afloop van hun tournee door de Verenigde Staten in de zomer van 1965 werd hen door de Amerikaanse regering vanwege onprofessioneel gedrag gedurende een periode van vier jaar de toegang tot de VS ontzegd. Dit zorgde ervoor dat The Kinks werden uitgesloten van de grootste afzetmarkt voor muziek op een moment dat in de VS de zogenaamde Britse invasie op zijn hoogtepunt was en ze kwamen hierdoor enigszins buiten het hele hippiegebeuren van de late jaren 60 te staan.
Ray Davies, de bandleider en liedjesschrijver, ging vanaf 1966 steeds meer nostalgische en introspectieve nummers schrijven. Muzikaal werden de liedjes van The Kinks steeds minder bepaald door ruige Rhythm-and-blues-invloeden en meer door typisch Britse muziektradities als musichall en Engelse volksmuziek. Deze verandering van oriëntatie betekende geenszins dat de kwaliteit van de muziek van The Kinks erop achteruitging. In de periode 1966-1971 maakten ze volgens velen zelfs hun beste werk. The Kinks was een van de eerste bands die een zogenaamd conceptalbum maakte, te weten The Village Green Preservation Society uit 1968.
In 1970 hadden de Kinks een grote wereldhit met Lola. In 1972 scoorden ze opnieuw met het nummer Supersonic Rocketship, maar het volgens sommigen superieure Celluloid Heroes ging roemloos ten onder. Veel diskjockeys vonden de lengte van het nummer bezwaarlijk, een vreemd argument als je bedenkt dat het nummer qua lengte niet veel verschilt van Hey Jude van The Beatles of Like A Rolling Stone van Bob Dylan.
De meeste albums van The Kinks tot 1975 waren conceptalbums en rockopera's. Daarna gingen ze zich opnieuw meer op hardrock richten. Precies 10 jaar na het laatste succes met Supersonic Rocket Ship scoorde de groep in Amerika een top 10-hit met het nummer Come Dancing. Hierna volgden ook Engeland en de rest van Europa. Het succes werd niet op deze schaal gecontinueerd, al had de groep met de opvolgende single Don't Forget To Dance in 1983 een top 10-hit in Oostenrijk. Beide voornoemde singles kwamen van het album State Of Confusion. Dit album was tevens een afsluiting van een zeer succesvolle periode die begon in 1977 met het uitbrengen van het Sleepwalker-album. Toen in 1984 het album Word Of Mouth uitkwam was de relatie tussen de broers Ray en Dave zo slecht dat Dave weigerde te touren. Hierdoor stagneerde de opgaande succesvolle lijn die de groep vanaf 1977 had gekend. Ondanks alles bleven ze tot in de jaren 90 goede albums maken, maar het niveau van de jaren 60 en vroege jaren 70 zouden ze niet meer halen.
Momenteel geeft Ray Davies nog steeds regelmatig soloconcerten.
TRACKLIST:
01 You really got me
02 Tired of waiting for you
03 A Well respected man
04 Till the end of the day
05 Sunny afternoon
06 Dead end street
07 Mr. Pleasant
08 Waterloo sunset
09 Death of a clown
10 Autumn almanac
11 Susannah's still alive
12 Wonderboy
13 Days
14 Starstruck
15 Plastic Man
16 Lola
17 Apeman
18 Sitting in the midday sun
19 Come dancing
20 Don't forget to dance
THX to papatango.
Comments # 0