Post Description
Ondanks intensief onderzoek weten we nog steeds niet waar en wanneer Antonio Rosetti geboren is. Algemeen wordt aangenomen dat hij geboren is als Anton Rösler in Bohemen. Volgens het overlijdendsregister van Ludwigslust was Rosetti 42 toen hij in 1792 overleed. In het kerkregister van Wallerstein wordt bij zijn huwelijk in 1777 genoteerd, dat hij uit Leitmeritz, Bohemen afkomstig is. Intensief onderzoek van de kerkregisters aldaar heeft rond 1750 geen geboorte en/of doopinschrijving opgeleverd.
Sommige geleerden wijzen naar Franciscus Xaverius Antonius Rössler, die op 25 oktober 1746 in Minon, Bohemen is geboren. Verder onderzoek heeft aangetoond dat deze Franciscus Rössler zijn hele leven in die plaats heeft geleefd en gewerkt (als schoenmaker) en dat hij op 11 juni 1779 aldaar overleden is.
De verwarring wordt nog groter, doordat de componist onder twee achternamen bekend is. Rond 1773 nam hij de achternaam Rosetti aan en vanaf die tijd ondertekende hij zijn brieven en composities met Antonio Rosetti. In een aantal naslagwerken wordt Rosetti van de voornamen Francesco Antonio voorzien, maar er is geen document uit die tijd, die hem met deze voornamen aanduidt. Hijzelf heeft nooit de naam Francesco of Franz gebruikt.
Zoals de meeste Boheemse musici begon hij waarschijnlijk zijn opleiding op de dorpsschool. In 1757 gaat hij naar Praag naar het seminarie van de Jezuïeten om opgeleid te worden voor carrière in de kerk. Waarschijnlijk kreeg hij hier ook een goede muzikale opleiding. Toen in 1773 de orde van Jezuïeten werd afgeschaft in Bohemen, had hij zijn plan al klaar. De kans op een goede betrekking was in zijn eigen land klein, dus ging hij naar Duitsland. In november 1773 wordt hij ingehuurd door Kraft Ernst, prins van Oetingen-Wallerstein. De prins was net aan de macht gekomen en was bezig om een hofkapel op te richten. Rosetti werd aangenomen als lakei en contrabasspeler. Hij promoveerde in juli 1774 tot Hofmusikus. In Praag had al kerk- en kamermuziek geschreven en daar ging hij mee door.
Op 9 maart 1776 overleed de jonge vrouw van prins Kraft Ernst, prinses Maria Theresa aan de complicaties die optraden na de geboorte van hun eerste kind. Rosetti kreeg de opdracht om een requiem te schrijven voor de herdenkingsdienst van 26 maart 1776. De prins was kapot van zijn verlies en er brak een lange periode van rouw aan waarin geen muziek werd gemaakt. De musici kregen vrij om te reizen en enkele namen zelfs ontslag.
Rosetti is waarschijnlijk in de buurt gebleven. Hij trouwde op 28 januari 1777 met Rosina Neherin, een dochter van de plaatselijke herbergier. Hun eerste dochter werd op 17 april 1777 geboren en Maria Theresa genoemd (naar de overleden prinses). Later volgde nog twee dochters: Anthonia Theresa op 1 mei 1779 en Amalie op 24 september 1790 in Ludwigslust.
Eind 1778 begon het normale leven weer op gang te komen. De prins stuurde zijn muzikale intendant Franz Ignaz von Beecke op een speurtocht naar nieuw talent. In de zomer van 1780 was de hofkapel weer op volle sterkte en zelfs beter. Rosetti’s carriere als componist begon juist te bloeien. Zijn muziek begon ook buiten het hof aandacht te trekken. In Parijs werden drie symfonieën uitgegeven door de firma Le Menu et Boyer.
In oktober 1781 kreeg Rosetti toestemming om naar Parijs te reizen. Waarschijnlijk was hij op zoek naar nieuwe muziek en nieuwe musici. Hij kon van de gelegenheid gebruik maken om zijn muziek persoonlijk bij uitgevers onder de aandacht te brengen. Hij componeerde daar verschillende nieuwe werken. Toen hij in 1782 weer terug ging had hij in zijn bagage een kopie van een uitgave van Sieber van zes van zijn symfonieën, die hij aan de prins had opgedragen.
In de volgende jaren droeg Rosetti flink bij aan het muziekrepertoire van het hof van Wallerstein. Hieronder bevinden zich diverse vernieuwende en originele symfonieën, een indrukwekkende groep van partita’s voor blazers, een hoeveelheid pianomuziek en vele concerten, die de speciale talenten van de Wallersteinse virtuozen in het spotlicht moeten stellen. Het grootste aandeel in de concerten hebben de hoornconcerten.
In 1785 verliet Josef Reicha Wallerstein. Hij vervulde de rol van Kapellmeister zonder officieel benoemd te zijn. Rosetti was zijn natuurlijke opvolger. Een van zijn eerste speerpunten was het verbeteren van de kerkmuziek. Hiervoor schreef hij een uitgebreid plan van aanpak. Rosetti schreef een oratorium. Dit werk was in 1786 gereed en werd door Artaria uitgegeven.
Hoewel Rosetti vanaf het begin aan het hof van Wallerstein geregeld geldzorgen had, werd de situatie aan het eind van tachtiger jaren ondragelijk. In juli 1789 verliet hij Wallerstein om Kapellmeister te worden bij Friedrich Franz I, hertog van Mecklenburg-Schwerin. Dankzij een ruim salaris (3 x zo hoog) had hij financieel geen zorgen meer. Ook zorgde zijn reputatie voor extra inkomsten, doordat men werken bij hem bestelde. Hij kreeg ondermeer opdrachten van de keurvorst van Trier en de koning van Pruisen. In Ludwigslust had hij naast goede musici ook de beschikking over goede zangers. Dit leidde tot het componeren van verschillende grootschalige composities voor solostemmen, koor en orkest.
Op 5 december 1791 overleed Mozart in Wenen. Slechts negen dagen later was er al een herdenkingsdienst in Praag gepland. Daar werd het requiem van Rosetti uit 1776 met enkele aanpassingen uitgevoerd.
Rosetti had al een slechte gezondheid in Wallerstein en zijn gezondheid was in Ludwigslust niet beter geworden. In het voorjaar van 1792 werd hij ernstig ziek en op 30 juni 1792 overleed hij in Ludwigslust en werd aldaar begraven.
Veel plezier ermee..
Comments # 0