Post Description
Op een winterdag komt een man te voet naar de havenstad afzakken. Hij vindt een dak boven het hoofd in een lekke kolenschuit en wordt door de stakende arbeiders als één der hunnen aanvaard.
Zo begint ‘De goden moeten hun getal hebben’, het boek dat de Vlaamse auteur Hubert Lampo speciaal voor de Boekenweek 1969 schreef.
Het klinkt als de aanhef van een sociale roman. Hoofdzaak zijn echter de dwaaltochten van de vreemde mondharmonikaspeler Kasper naar de nabije stad, waar hij de vrouw hoopt weer te vinden, die hij ééns heeft lief gehad. Kasper beweegt zich in een èndere dan de gewone werkelijkheid. Wat betekenen zijn hallucinaties? Zijn het dwangvoorstellingen of behoren zij tot de werkelijkheid?
Zoals het grootste deel van Lampo’s werk behoort ‘De goden moeten hun getal hebben’ tot het magisch-realisme. De nuchtere lezer zal er vrede mee hebben, Kasper als een geestelijk gestoorde te beschouwen. Maar er zijn ook de door de schrijver zo vaak gebruikte esoterische perspectieven. Dan wordt Kaspers geschiedenis meteen ook het verhaal over de zanger Orfeus, in de onderwereld op zoek naar zijn dode geliefde Euridike.
Comments # 0