Post Description
Efteling Sprookje DVD 4 NL Gesproken.
Klein Duimpje Er was eens een houthakker die een vrouw en zeven kinderen had, allemaal jongens. De houthakker was arm, zo arm, dat hij onmogelijk de kost kon verdienen voor zijn grote gezin. De jongste van de zeven kinderen was een heel klein ventje. Toen hij geboren werd, was hij niet groter dan een duim . Daarom werd hij Klein Duimpje genoemd. De jaren gingen voorbij en het gezin leefde in grote armoede.
Ganzenhoedstertje Er was eens een lieve knappe prinses met prachtig goudblond haar. De koning was al lang geleden gestorven en de koningin was al oud. Moeder en dochter waren dol op elkaar. Groot was het verdriet dan ook toen ze afscheid van elkaar moesten nemen. De prinses ging namelijk trouwen met een prins in een ver land. Op de ochtend van vertrek zei de koningin, met tranen in haar ogen: 'Veel geluk, mijn dochter, vanaf nu zul jij de gave hebben om te toveren. Wat er ook gebeurt, heb vertrouwen en geduld. Dan wordt je mooiste wens vervuld.' De prinses omhelsde haar moeder en stapte op haar prachtige zwarte paard Falada. Het bijzondere van Falada was, dat hij kon praten. Samen met een dienster vertrok de prinses naar het verre land. De reis zou vele dagen duren. Maar de dienster was erg onaardig. Bij alles wat de prinses vroeg zei ze 'Doe het zelf!' Op een ochtend werd de prinses wakker en schrok vreselijk . De dienster stond voor haar en zei gemeen 'Nu moet je naar mij luisteren. Wij wisselen om, want ik wil met de prins trouwen. Als je niet luistert, doe ik iets ergs.'
De Gelaarsde Kat Een molenaar liet aan zijn drie zoons als enig bezit zijn molen, een ezel en een kat na. De oudste zoon kreeg de molen, de middelste zoon de ezel en de jongste zoon alleen de kat. De jongste zoon klaagde: 'Wat moet ik met een kat? Zonder molen en ezel kan ik niet werken. Moet ik soms van de honger omkomen?' De kat zei: 'Wees niet bedroefd, baas. Geef mij maar een zak en laat me een paar laarzen maken. U zult zien dat u er heus niet zo slecht aan toe bent!' De kat kreeg wat hij had gevraagd, deed de laarzen aan, hing de zak om zijn hals, en liep naar een berg, waar een groot aantal konijnen huisde. Hij stopte zijn zak vol distels en zemelen en ging heel stil liggen. Al snel kwam er een konijntje op de lekker hapjes af en kroop in de zak. Trots op zijn buit ging hij naar het paleis van de koning. De kat maakte een diepe buiging en zei beleefd: 'Kijk eens, Sire, de markies van Carabas (deze naam had hij voor zijn baas verzonnen) heeft mij bevolen u dit konijntje te brengen.' De koning knikte vriendelijk: 'Zeg aan uw meester dat hij mij een groot genoegen heeft gedaan!' Op een andere dag verborg de kat zich in een korenveld en ving twee patrijzen. Weer ging hij naar de koning. En zo bleef de kat maar geschenken brengen aan de koning.
THNX to Rieky.
Comments # 0