<< MP3 John Mellencamp
John Mellencamp
Category Sound
FormatMP3
GenrePop
TypeAlbum
Date 1 decade, 10 months
Size 791.6 MB
 
Website http://www.musicmeter.nl/artist/7043
 
Sender DonLeo (541EKA)                
Tag DonLeo        
 
Searchengine Search
NZB NZB
 
Number of spamreports

Post Description

Samenstelling van zijn beste hits

John Mellencamp,

Ook bekend onder de namen Johnny Cougar, John Cougar, en John Cougar Mellencamp, (Seymour (Indiana), 7 oktober 1951) is een Amerikaanse rockmuzikant. Hij heeft wereldwijd meer dan 40 miljoen albums verkocht. Enkele van zijn bekendere albums zijn "American Fool" uit 1982, "Scarecrow" uit 1985 en "The Lonesome Jubilee" uit 1987.

John Mellencamp - Hart van Amerika
September 2010

Het voetspoor

Het lijkt te gek voor woorden. Een gelouterd popmuzikant met historisch besef wil een stel liedjes opnemen op dezelfde plek als bijna driekwart eeuw geleden Robert Johnson deed. Alleen ligt er tegenwoordig stoffen vloerbedekking in kamer 414 van het Gunter Hotelin San Antonio, Texas, dus laat de producer er hardhouten planken overheen leggen om de oorspronkelijke akoestiek zo dicht mogelijk te benaderen. Als apparatuur gebruikt hij een stokoude monobandrecorder en een al even antieke microfoon, zodat men net als vroeger niet meer achteraf aan de opname kan gaan zitten knutselen. Ook weet de producer van horen zeggen in welke hoek van de kamer Johnson tijdens die drie sessies in november 1936 schijnt te hebben gezeten. En zo waart in die countrybluespastiche van nu de geest rond van de mythische bluesman, die op een kruispunt in Clarksdale, Mississippi ooit zijn ziel aan de duivel zou hebben verkocht in ruil voor een virtuoze gitaartechniek.

Bij die pelgrimage naar kamer 414 zou het trouwens niet blijven, of beter gezegd: die trip naar San Antonio bleek het slot van de hele onderneming. Het begon vorig jaar zomer allemaal met een opnamesessie in deFirst African Baptist Church in Savannah, Georgia, waar de gewezen popmuzikant en zijn derde echtgenote zich vooraf eerst lieten dopen. Vervolgens trok hij met zijn producer en muzikanten naar de Sun Studio aan 706 Union Avenue in Memphis, Tennessee. Eigenaar Sam Phillips had daar in de vroege jaren vijftig met zwarte tape kruisen op de linoleumvloer geplakt om jonge talenten als Elvis Presley, Johnny Cash en Jerry Lee Lewis plus hun begeleiders op de juiste plaats te zetten voor een optimaal groepsgeluid. Zo kon men dezelfde rudimentaire opname-apparatuur gebruiken als eerder in het hotel en de kerk, want de mixage van de instrumenten gebeurde als het ware automatisch.

Cynisme steekt onwillekeurig de kop op bij het lezen van de ontstaansgeschiedenis van No Better Than This, maar wie zonder die voorkennis gaat luisteren, kan moeilijk anders concluderen dan dat John Mellencamp een fabuleusAmericana-album heeft gemaakt. Met speciale dank aan producer T Bone Burnett, wiens aanpak zorgde voor het zeldzaam organische ensemblespel en de zo natuurlijk mogelijke akoestistiek, sinds jaar en dag zijn beide handelsmerken. Er kleeft werkelijk niets geforceerds aan deze neo-traditionale melange van folk, blues, country en rockabilly, integendeel: je hoort de inspiratie er werkelijk aan af. Niet voor niets ook schreef Mellencamp het repertoire voor zijn twintigste studioplaat in welgeteld dertien dagen vanuit het niets bij elkaar. Met zijn levensechte rokersstem zingt hij een klein uur vol over de lotgevallen van pechvogels, armoedzaaiers, gelukzoekers en andere kanslozen, om tot slot te verzuchten: It's a clumsy ol' world.

De verdieping

Little Bastard luidt zijn geuzennaam, want als geen ander kent John Mellencamp zichzelf als halsstarrig, egocentrisch en opvliegend. Net als zijn lastige karakter laat ook zijn carrière zich kort en krachtig samenvatten: hoe een schijnbaar talentloze opdonder uit het middenwesten van de Verenigde Staten zonder enige muzikale visie desondanks moeiteloos aan de bak komt om zich wonderlijk genoeg te ontpoppen als een rasechte heartland rocker. Geboren en getogen in Seymour, Indiana, een kleine industriestad te midden van een agrarische regio, hing Mellencamp sinds zijn puberteit bij voorkeur de rebel zonder reden uit: zuipen en matten, liever lamlendig dan lui, een gedwongen tienerhuwelijk en uiteindelijk voor een habbekrats met coverbandjes avond aan avond spelen in kroegen voor "van die gasten met meer tatoeages dan tanden".

Als vroegere fan van David Bowie stuurde Mellencamp een demo naar diens toenmalige manager Tony DeFries, die in de knappe gozer wel een idool zag en hem buiten zijn medeweten omdoopte tot Johnny Cougar. Zijn platen uit de tweede helft van de jaren zeventig klonken als een onbeholpen fusie van Stones en Springsteen, maar dankzij het succesvolle niemendalletje I Need A Lover wist hij zich staande te houden. Pas met de versierde rock van American Fool uit 1982 begon het alsnog ergens op te lijken, zeker ook in commercieel opzicht, want de megahits Hurts So Good en Jack & Diane maakten er in de Verenigde Staten het best verkochte popalbum van dat jaar van. Kennelijk niet gehinderd door enige faalangst deed hij naar verluidt slechts zestien dagen over het schrijven en opnemen van de ongekunstelde opvolger Uh-Huh, dat mocht verschijnen onder de naam John Cougar Mellencamp.

De toptiensingles Authority Song en Pink Houses getuigden van een zekere sociale betrokkenheid, die zich op het meesterlijke Scarecrow toespitste op de Amerikaanse plattelandsgemeenschap. Waarop hij de daad bij het woord voegdedoor samen met Neil Young en Willie Nelson het initiatief te nemen tot Farm Aid, een jaarlijks benefietconcert ten bate van noodlijdende boerenfamilies. Zijn antikapitalistische overtuiging bleek ook uit de relatief lage entreeprijzen voor zijn concerten, waarbij hij weigerde zijn tournees te laten sponsoren door bier- en sigarettenfabrikanten.

Met The Lonesome Jubilee wist Mellencamp zich in 1987 ook buiten de Verenigde Staten eindelijk van artistieke erkenning verzekerd. Achteraf beluisterd hield het aantal echt sterke liedjes dan wel niet over, zeker in vergelijking met de miskende opvolger Big Daddy, maar de enorme kinetische energie en vooral het stilistisch concept maakten de muziek onontkoombaar. Het standaard rockinstrumentarium was uitgebreid met dobro, banjo, mandoline, autoharp, accordeon, lap steel en wat al niet meer, de vijfkoppige beleidingsgroep versterkt met een violiste entwee zwarte achtergrondzangeressen. Met als resultaat een nooit eerder gehoord amalgaam van rock, folk, bluegrass, soul en gospel. Bruce Springsteen zat indertijd met zichzelf in de knoop, wat onvermijdelijk tot uiting kwam in zijn werk, zodat Mellencamp hem mooi kon aflossen als de grote Amerikaanse volkszanger.

Het gesprek

De tweede helft van de jaren tachtig was zijn glorietijd, geen twijfel mogelijk. Ambitieus, geïnspireerd, opgetogen en energiek trok John Cougar Mellencamp met zijn bonte gezelschap stad en land door. Zo werd in die periode liefst tweemaal Europa aangedaan, waarbij hij zich zowaar niet te beroerd toonde een handvol interviews weg te geven. Aldus mochten we namens Oor op een zachte winterdag in Frankfurt am Main op audiëntie. Eerst kwam er een assistente met een vragenlijst op zo'n klembord, daarna de manager voor een praatje om te kijken of de journalist wel door de beugel kon en toen pas liet men de artiest zijn entree maken. Het gesprek begon in een gereserveerde, om niet te zeggen wantrouwende sfeer, maar pakweg tien minuten onderweg brak hij het ijs door een sigaret te bietsen. Op niets van wat hij wat gedurende die veertig minuten vertelde, zou hij later ooit teruggekomen.

"Aanvankelijk had ik geen enkele motivatie om ook maar iets te worden. Zelfs in de muziek zag ik geen toekomst voor mij weggelegd," zo verklaarde Mellencamp zijn adolescentenverleden als rebel zonder reden. "Hoe kun je in een stad met amper twaalfduizend inwoners in het middenwesten van de Verenigde Staten nou serieus geloven in een carrière als rocker? Je komt toch normaal gesproken geen stap verder dan af en toe eens een keer optreden op een schoolfeest of in een buurtkroeg? Ik ben er echt louter bij toeval ingerold en jarenlang heb ik me er doorheen gebluft. Eigenlijk was het voor mij gewoon werk, met dit verschil dat ik me geen leuker baantje kon voorstellen. Tegen het eind van de jaren zeventig begon het mij te dagen dat ik hoognodig eens moest gaan proberen er iets van te maken."

"Mijn maatschappelijke engagement is heus niet uit de lucht komen vallen," liet Mellencamp niet na te benadrukken. "Alleen wist ik pas vanuit welke invalshoek ik die onderwerpen moest belichten op het moment dat ik inzag dat mijn eigen leefwereld meer dan voldoende stof bood om kwijt te kunnen wat er allemaal op hart lag. Dat moment viel trouwens min of meer samen met het besef dat ik thuishoor in de omgeving waar ik ben geboren en getogen. Als elke jongeling meende ook ik de pot met goud aan de voet van de regenboog te moeten zoeken. Maar waar het in het leven om draait, is dat je voldoening leert vinden in je familie, je vrienden en je werk. En of je dat al dan niet lukt, hangt beslist niet af van de plaats waar je woont."

Mellencamp zag zich destijds al in een lange muzikale traditie werken.

Comments # 0